Eenmaal oktober aanbreekt wordt in onze regio uitgekeken naar de eerste "vriezeganzen" of arctische ganzen (kolgans en kleine rietgans). Meestal zijn de eerste exemplaren dan al in de regio.

 

Vanaf half oktober tot eind maart worden een negental ganzentellingen georganiseerd. In de volledige Oostkustpolder wordt geteld op hetzelfde moment en worden alleen grazende en/of rustende ganzen geteld. Vliegende exemplaren worden niet meegeteld, dit om dubbeltellingen te vermijden. Met kijker, telescoop en handteller wordt geprobeerd een zo juiste mogelijke telling per soort te krijgen. Alle gegevens worden doorgegeven aan het INBO (Instituut voor Natuur en Bos)

 

Naast het tellen wordt er ook uitgekeken naar ganzen met een speciale ring, aan de poot of rond de nek. Via de afleesbare ring kan de gans gevolgd worden en dit geeft heel wat nuttige informatie in verband met trekroutes, honkvastheid, verblijfperiodes, leeftijd, ..... Daarnaast wordt ook genoteerd op welk biotoop (grasland, maisakker, aardappelland, .... ) de ganzen geteld worden.

 

Je kan de levensloop van de kleine rietgans met nekring I84 bekijken door te klikken.